VOORKOMEN VAN LAWAAISLECHTHORENDHEID
27-10-2014 07:02
Slecht horen als gevolg van lawaai behoort tot de meest voorkomende beroepsziekten en leidt vaak tot ernstige maatschappelijke en medische consequenties. Gehoorbescherming blijkt veelal noodzakelijk om lawaaislechthorendheid te voorkomen.
Lawaaislechthorendheid treedt op als het geluidsniveau (volume) in de gehoorgang te hoog is, onafhankelijk van het feit of dit geluid mooi klinkt of als lawaai wordt waargenomen. Als vuistregel geldt: als het niet mogelijk is om zonder stemverheffing een gesprek te voeren met iemand binnen een straal van een meter, bestaat de kans op het ontwikkelen van lawaaidoofheid.
Het geluidsniveau is te meten met een decibelmeter. Een decibelmeter geeft het geluidsniveau aan in dB(A).
De pijngrens
Enkele getallen:
- Een normaal gesprek voeren levert een geluidsniveau op van circa 60 dB(A).
- De pijngrens ligt bij de meeste volwassenen boven 120 dB(A).
- Een autoradio op vol volume zit met pieken soms wel op 100 dB(A).
- Het gevaar van lawaaislechthorendheid begint bij werknemers bij 80 dB(A). Boven deze waarde moet de werkgever volgens de Arbowet gehoorbescherming aanbieden. De noodzaak van dit volume moet ook in de RI&E worden opgenomen. Er zullen dan ook maatregelen moeten worden getroffen.
- Bij 83 dB(A) mag een werknemer nog maar 4 uur zonder gehoorbescherming werken, waarbij er geen onacceptabel grote kans op gehoorschade mag bestaan. In de overige 4 uur mag dan geen hoog geluidsniveau meer voorkomen.
- Een werknemer is verplicht gehoorbescherming te gebruiken als de dagdosis gemiddeld hoger is dan 85 dB(A).